nasluipen
Nederlands
Woordafbreking
- na·slui·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na bw en sluipen ww
Werkwoord
nasluipen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nasluipen |
sloop na |
nageslopen |
klasse 2 | volledig |
- heimelijk, onopgemerkt volgen
- Na het verhoor bij Annas wordt hij naar Kajaphas gevoerd, terwijl twee der jongeren, Johannes en Petrus, den meester in de verte nasluipen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'nasluipen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Eelco Verwijs De Gids. Jaargang 35(1871)Het Passiespel te Oberammergau.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.