slotstuk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slot·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slotstuk slotstukken
verkleinwoord slotstukje slotstukjes

Zelfstandig naamwoord

slotstuk o [1]

  1. het laatste van een serie
    • Museum De Fundatie in Zwolle heeft het werk Gewitterfront (Onweersfront) van de Duitse kunstenaar Neo Rauch aangekocht. Het werk, dat nu het slotstuk is van de portrettentoonstelling ‘Zie de mens’, is aangeschaft met financiële steun van het Mondriaan Fonds, de BankGiro Loterij, de Vereniging Rembrandt en het VSB Fonds. Rauch schilderde Gewitterfront dit jaar. Een knielende tamboer staat in het werk symbool voor deemoed, boetedoening en doorzettingsvermogen. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord slotstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Daan van Lent 17 november 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.