afronding

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ron·ding
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van afronden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord afronding afrondingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

afronding v [1]

  1. het afronden
  2. voltooiing
Afgeleide begrippen
  • afrondingsmal

Gangbaarheid

  • Het woord afronding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.