sit
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈsid /, / sid /
Woordafbreking
- sit
Bezittelijk voornaamwoord
sit, o (3e persoon, onzijdige vorm van het Deense bezittelijke voornaamwoord sin)
- «Søndag aften udråbte Tyrkiets premierminister Recep Tayyip Erdogan sit eget partiet AKP som vinder af landets lokalvalg.»
- Op zondagavond riep de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan zijn eigen partij AKP uit als de winnaar van de lokale verkiezingen in het land.
- «Søndag aften udråbte Tyrkiets premierminister Recep Tayyip Erdogan sit eget partiet AKP som vinder af landets lokalvalg.»
Engels
Naar frequentie | 765 |
---|
Uitspraak
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to sit |
he/she/it | sits |
verleden tijd | sat |
voltooid deelwoord |
sat |
onvoltooid deelwoord |
sitting |
gebiedende wijs | sit |
Latijn
Nynorsk
Woordafbreking
- sit
Werkwoord
sit
- tegenwoordige tijd van sitje
sit
- gebiedende wijs van sitje
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.