sitte

Noors
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡsitə/
Woordafbreking
  • sit·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord sitja.
stamtijd
onbepaalde
wijs		 tegenwoordige
tijd		 verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
sitte
sitter
satt
sittet
Klasse 3 sterk

Werkwoord

sitte

  1. zitten
  1. «Katten sitter ute på trappa.»
    De kat zit buiten op de trap.
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] sitte på en stol
op een stoel zitten
  • [1] sitte til bords
eten
  • [1] sitte modell
poseren
  • [1] sitte med armene i kors
met armen gevouwen zitten (passief zijn)
  • [1] sitte som på nåler
op hete kolen zitten (nerveus zijn)
  • [1] Vil du ikke sitte?
Wil je niet zitten?


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡsitə/
Woordafbreking
  • sit·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord sitja.
stamtijd
onbepaalde
wijs		 tegenwoordige
tijd		 verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
sitte
sitter
(bijvorm)
satt
(bijvorm)
sete
seti
Klasse 3 sterk

Werkwoord

sitte

  1. (bijvorm) zitten
  1. «Katten sitter ute på trappa.»
    De kat zit buiten op de trap.
Schrijfwijzen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] sitte på ein stol
op een stoel zitten
  • [1] sitte modell
poseren
  • [1] sitte med armane i kross
met armen gevouwen zitten (passief zijn)
  • [1] sitte som på nåler
op hete kolen zitten (nerveus zijn)
  • [1] Vil du ikkje sitte?
Wil je niet zitten?
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.