sinne

Fries
Woordafbreking
  • sin·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord sinne sinnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

sinne g

  1. zon
  2. zonlicht
Synoniemen
  • [2] sinneskyn
Afgeleide begrippen
  • [1] sinnestelsel, sinnewizer
  • [2] sinnepaniel


Iers
Uitspraak
  • IPA: /ɕɪɲə/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van sinn met het achtervoegsel -ne.

Persoonlijk voornaamwoord

sinne

  1. onszelf
Synoniemen
  • muidne


Schots-Gaelisch
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van sinn met het achtervoegsel -ne.

Persoonlijk voornaamwoord

sinne

  1. onszelf


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

sinne o

  1. zin, zintuig
  1. «Vissa påstår sig ha ett sjätte sinne.»
    Sommigen beweren dat een zevende zintuig hebben.
  2. ziel, geest
  1. «et glatt sinne»
    een gelukkige geest
  2. aanleg
Verwante begrippen
  • sinnrik
Afgeleide begrippen
  • sinnebild, sinnelag, sinnesfrid, sinnesförnimmelse, sinnesförvirring, sinnesro, sinnessjuk, sinnessjukhus, sinnesstämning, sinnessvag, sinnestillstånd, sinnevärld, sjätte sinne, luktsinne
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.