schuimen
Nederlands
Woordafbreking
- schui·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schuimen |
schuimde |
geschuimd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
schuimen
- inergatief gasbellen voortbrengen op het grensvlak van een vloeistof en de lucht
- Het pas aangesloten vat bier schuimde erg sterk.
- overgankelijk van schuim ontdoen
Synoniemen
- [1] mousseren
Hyponiemen
- afschuimen, opschuimen, overschuimen, verschuimen
Afgeleide begrippen
|
Gangbaarheid
- Het woord schuimen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schuimen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.