schuimbekken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schuim·bek·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schuim op de mond vormen’ voor het eerst aangetroffen in 1618 [1]
  • Samenstellende afleiding van de stam van schuimen en bek met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schuimbekken
schuimbekte
geschuimbekt
zwak -t volledig

Werkwoord

schuimbekken

  1. inergatief zo woedend zijn dat het schuim om de mond staat
    • Er werd geschuimbekt en getierd, maar het maakte allemaal niets uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord schuimbekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.