schuimbekken
Nederlands
Woordafbreking
- schuim·bek·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘schuim op de mond vormen’ voor het eerst aangetroffen in 1618 [1]
- Samenstellende afleiding van de stam van schuimen en bek met het achtervoegsel -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schuimbekken |
schuimbekte |
geschuimbekt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
schuimbekken
- inergatief zo woedend zijn dat het schuim om de mond staat
- Er werd geschuimbekt en getierd, maar het maakte allemaal niets uit.
Gangbaarheid
- Het woord schuimbekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schuimbekken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.