zeeschuimer
Nederlands
Woordafbreking
- zee·schui·mer
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zeerover’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1569 [1]
- samenstelling van zee en schuimer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeeschuimer | zeeschuimers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zeeschuimer m
- (beroep), (scheepvaart) iemand die de zeeën bevaart om andere schepen te beroven
- Sinds het falen van de Somalische staat zijn er weer volop zeeschuimers te vinden rond de Hoorn van Afrika.
Vertalingen
1. iemand die de zeeën bevaart om andere schepen te beroven
Gangbaarheid
- Het woord zeeschuimer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zeeschuimer' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.