scrupule
Nederlands
Woordafbreking
- scru·pu·le
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scrupule | scrupules |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
scrupule v/m [1]
- gewetensbezwaar, een reden om iets niet te doen in verband met ethische overwegingen
- De sleutels van de Wetstraat 16 waren decennialang het meest begeerde kleinood in de Belgische politiek. Het premierschap stond synoniem voor macht, prestige en internationale zichtbaarheid. De Wetstraat 16 was alleen weggelegd voor wie een brandende ambitie had en zonder enige scrupule bereid was enkele broeder- en vadermoorden te plegen voor de hoogste functie in de nationale politiek. De vete tussen Leo Tindemans en Wilfried Martens is daar het meest sprekende voorbeeld van. [2]
- De Vereniging tegen de Kwakzalverij schrijft ontstelt te zijn dat Jan Smit nu wordt voorgedragen als voorzitter van de Raad van Commissarissen van de KNVB. ‘Zeven jaar lang accepteerde hij zonder scrupule forse geldbedragen afkomstig van zeer onzuivere bron. Iemand met zo’n kerfstok ontbeert ten enenmale het morele leiderschap dat ook in de voetballerij dringend gewenst is. In de RvC van de KNVB heeft hij niets te zoeken.’ [3]
Synoniemen
- bedenking, gemoedsbezwaar, terughoudendheid
Uitdrukkingen en gezegden
- zonder scrupules zijn
gewetenloos zijn
Gangbaarheid
- Het woord scrupule staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'scrupule' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 05/september/2014 door Marc Hooghe
- Tubantia 25-augustus-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.