schoenlapper
![](../I/m/Aglais_urticae-01_(xndr).jpg)
De kleine vos, een schoenlapper.
Nederlands
Woordafbreking
- schoen·lap·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoenlapper | schoenlappers |
verkleinwoord | schoenlappertje | schoenlappertjes |
Zelfstandig naamwoord
schoenlapper m
- (beroep) iemand die als vak schoenen repareert
- (insecten) een vlinder uit de Nymphalinae
Vertalingen
1. iemand die als vak schoenen repareert
Gangbaarheid
- Het woord schoenlapper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schoenlapper' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.