schizofrenie

Nederlands

de wereld volgens een patiënt met schizofrenie
Uitspraak
Woordafbreking
  • schi·zo·fre·nie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘gespletenheid in de persoonlijkheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1930 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord schizofrenie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

schizofrenie v

  1. (psychologie)een chronische geestesziekte met perioden van verwardheid en psychose
    • Hij heeft al twee behandelingen gehad voor zijn schizofrenie. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schizofrenie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Roemeens

Zelfstandig naamwoord

schizofrenie

  1. schizofrenie


Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

schizofrenie

  1. schizofrenie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.