psychose

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • psy·cho·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘zielsziekte’ voor het eerst aangetroffen in 1887 [1]
  • Leenwoord uit het Frans.
  • met het voorvoegsel psycho- en met het achtervoegsel -ose [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord psychose psychoses
psychosen
verkleinwoord psychosetje psychosetjes

Zelfstandig naamwoord

psychose v

  1. (medisch), (psychologie), een geestesziekte waarbij men wanen heeft
    • Zij heeft vaak last van psychoses. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord psychose staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.