scheurbuik

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheur·buik
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘gebreksziekte’ voor het eerst aangetroffen in 1554 [1]
  • samenstelling van  scheur   en  buik   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord scheurbuik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

scheurbuik m / o [3]

  1. (medisch) ziekte die vroeger veel voorkwam bij zeevarenden, veroorzaakt door een tekort aan vitamine C
Synoniemen
  • scorbutus, scorbuut
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord scheurbuik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.