schaafwond
Nederlands
![](../I/m/Abrasion_wound_on_arm.jpg)
schaafwond
Woordafbreking
- schaaf·wond
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schaaf ww en wond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schaafwond | schaafwonden |
verkleinwoord | schaafwondje | schaafwondjes |
Zelfstandig naamwoord
schaafwond v/m
- (medisch) een oppervlakkige wond waarbij huid verloren is gegaan door schaven
- Grilliger dan de Primavera kan een klassieker niet zijn. Zes uur koers in benen en hoofd en dan volgen de Cipressa en de Poggio nog. De laatste is beslissend. Op het steilere stuk, op 800 meter van de top, explodeert de kopgroep. Wie aan het begin van de griezelige afdaling niet in de eerste vijftien zit, kan het schudden. Inhalen in de razende vrije val is quasi onmogelijk. Alleen stuurvaste renners blijven overeind in de technische afdaling die altijd weer ontsierd wordt door gebroken botten en schaafwonden. De laatste twee vlakke kilometers na de afdaling worden afgelegd met supersonische snelheid. De positionering voor de sprint moet dan al vastliggen. Als het nog tot een sprint komt, want de afdaling is acrobatie voor solisten. Het is bijna ondoenbaar om het wiel van de voorganger te houden. Milaan-Sanremo eindigt altijd in hondsdolheid. [1]
Synoniemen
- schram, ontvelling
Verwante begrippen
- excoriatie
Gangbaarheid
- Het woord schaafwond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schaafwond' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Hugo Camps 18 maart 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.