schram
Nederlands
Woordafbreking
- schram
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kras’ voor het eerst aangetroffen in 1342 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schram | schrammen |
verkleinwoord | schrammetje | schrammetjes |
Zelfstandig naamwoord
schram v/m
- oppervlakkige beschadiging van de huid door een ongeval
- Een gezonde jongen heeft altijd schrammen op zijn knieën.
Gangbaarheid
- Het woord schram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schram' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.