ruïne
Nederlands
Woordafbreking
- ru·i·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bouwval’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ruïne | ruïnes ruïnen |
verkleinwoord | ruïnetje | ruïnetjes |
Zelfstandig naamwoord
ruïne v
- een zeer vervallen gebouw
- Deze ruïne is alles wat er van van het vroegere kasteel rest.
Vertalingen
1. een zeer vervallen gebouw
Gangbaarheid
- Het woord ruïne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ruïne' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.