rukken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rukken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrʏkə(n)/
Woordafbreking
  • ruk·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘trekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1376 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rukken
rukte
gerukt
zwak -t volledig

Werkwoord

rukken

  1. in een snelle beweging trekken
  2. (spreektaal) masturberen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

rukken mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ruk

Gangbaarheid

  • Het woord rukken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.