uitrukken
Nederlands
Woordafbreking
- uit·ruk·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en rukken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitrukken |
rukte uit |
uitgerukt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
uitrukken
- overgankelijk door snel te trekken losmaken
- In het ongeluk werd zijn ene arm finaal uitgerukt en hij stierf ter plekke.
- ergatief massaal de gewoonlijke standplaats verlaten
- De gehele politiemacht was uitgerukt om het oproer te beteugelen.
Gangbaarheid
- Het woord uitrukken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitrukken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.