aanrukken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanrukken    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌrʏkə(n)/
Woordafbreking
  • aan·ruk·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanrukken
rukte aan
aangerukt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanrukken

  1. komen
  2. aanrukken op: naderen

Gangbaarheid

  • Het woord aanrukken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.