rijkelui
Nederlands
Woordafbreking
- rij·ke·lui
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rijk en lui met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | rijkelui |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
rijkelui mv [1]
- (maatschappij) het rijke deel van de bevolking
- De rijkelui hebben zich gevestigd in de groene gordels rond de steden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord rijkelui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rijkelui' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.