rijkelui

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rij·ke·lui
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - rijkelui
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

rijkelui mv [1]

  1. (maatschappij) het rijke deel van de bevolking
    • De rijkelui hebben zich gevestigd in de groene gordels rond de steden.[2] 
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord rijkelui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.