richten
Nederlands
Woordafbreking
- rich·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rechtmaken, in een bepaalde richting laten gaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
richten |
richtte |
gericht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
richten
- overgankelijk op een bepaald doel afstemmen
- Hij richtte zijn pijlen op een opening in hun wapenrusting.
- wederkerend zich ~ op: een bepaald doel nastreven
- WikiWoordenboek richt zich op het weergeven van alle woorden in alle talen, beschreven in het Nederlands.
- wederkerend zich tot iemand richten: iemand toespreken
- Als hij zelfverzekerd door de loopgraven beende en zich tot de mannen richtte, kon hij net zo veel enthousiasme als hij wilde in zijn woorden leggen als hij refereerde aan de verpletterende nederlaag van de vijand die met een laatste salvo de genadeslag zou krijgen, maar de mannen gaven hem alleen wat vaag gemopper ten antwoord en stemden voorzichtigheidshalve zwijgend toe door naar hun kistjes te kijken. [2]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. op een bepaald doel afstemmen
2. zich ~ op: een bepaald doel nastreven
Gangbaarheid
- Het woord richten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'richten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "richten" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Lemaitre, Pierre Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 13
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.