registrar
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
registrar |
registraba |
registrado |
volledig |
Werkwoord
registrar
- overgankelijk
- registreren, optekenen, inschrijven, boeken
- opnemen (geluid)
- onderzoeken, nasporen, nagaan
- fouilleren
- laten visiteren
- aantekenen
Verwante begrippen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.