aantekenen

• Geluid:  aantekenen    (hulp, bestand)
• IPA: / 'anˌtekənə(n) /

• aan·te·ke·nen

• samenstelling van  aan vz  en  tekenen ww  [1]

aantekenen

1. opschrijven om te onthouden

1. • De arts had heel precies aangetekend wanneer hij welke patiënt had gezien met welke klachten. 

2. een nadere opmerking maken

1. • Ik wil hierbij aantekenen dat ik het niet eens ben met de gang van zaken. 

2. ondertrouw doen

1. • Minimaal 6 weken voor het huwelijk moet je het huwelijk aantekenen, want dan hebben mensen de tijd om bezwaar te maken tegen het voorgenomen huwelijk. 

2. verzenden met recht op schadeloosstelling bij verloren gaan

1. • Een belangrijke brief moet je altijd laten aantekenen. 

verzet of protest aantekenen

1. protesteren

appel of hoger beroep aantekenen

1. in hoger beroep gaan

• aantekenboek, aantekenboekje, aantekengeld, aantekening, aantekenkantoor, aantekenrecht

• Het woord aantekenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aantekenen' herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.