rangschikken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rang·schik·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rangschikken
rangschikte
gerangschikt
zwak -t volledig

Werkwoord

rangschikken

  1. overgankelijk een bepaalde volgorde in iets aanbrengen
    • De postzegelverzamelaar rangschikte zijn nieuwe aanwinsten naar jaar van uitgifte. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rangschikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.