schikken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schik·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘regelen, ordenen’ voor het eerst aangetroffen in 1357 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schikken
schikte
geschikt
zwak -t volledig

Werkwoord

schikken

  1. onpersoonlijk goed uitkomen
    • Schikt het je dat we de afspraak naar morgen verschuiven? 
  1. overgankelijk aantrekkelijk arrangeren
    • De bloemen waren prachtig geschikt. 
  1. wederkerend zich ~ naar een bepaald bewind aanvaarden en zich ernaar aanpassen
    • Hij schikte zich maar naar haar nukken, omdat het anders weer flink bonje was. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.