radar
Nederlands
Woordafbreking
- ra·dar
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘plaatsbepaling van voorwerp d.m.v. teruggekaatste radiogolven’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1] [2]
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | radar | - |
verkleinwoord | - | - |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | radar | radars |
verkleinwoord | radartje | radartjes |
Zelfstandig naamwoord
radar m (palindroom)
- (letterwoord), (afkorting) de afkorting voor Radio Detection And Ranging, een techniek waarmee de positie van een al dan niet bewegend voorwerp kan worden bepaald
- Radar is in het begin van de twintigste eeuw uitgevonden.
- (techniek) de installatie waarmee de positie van een al dan niet bewegend voorwerp met behulp van radiogolven kan worden bepaald
- Dat schip heeft radar aan boord.
Hyponiemen
- buienradar, havenradar, laserradar, walradar, weerradar
Afgeleide begrippen
|
Gangbaarheid
- Het woord radar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'radar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Turks
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ɾaˈdaɾ /
Woordafbreking
- ra·dar
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan het Engelse zelfstandige naamwoord radar
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | radar | radarlar |
genitief | radarın | radarların |
datief | radara | radarlara |
accusatief | radarı | radarları |
locatief | radarda | radarlarda |
ablatief | radardan | radarlardan |
Synoniemen
- [1]: radar istasyonu
radarpost, radarstation
- [1]: radar kontrolü
radarcontrole
- [2]: radar ekranı
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.