punch

Nederlands

2. een kom met punch
Uitspraak
  • Geluid:  punch    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpʏnʃ/
Woordafbreking
  • punch
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels punch
    • [1] in de betekenis "stoot" voor het eerst aangetroffen in 1935 (zie laatste vindplaats bij betekenis) [1]
    • [2] in de betekenis "alcoholische drank" voor het eerst aangetroffen in 1711 (zie laatste vindplaats bij betekenis), verder etymologie onzeker [2][3]
    • [3.1] in de betekenis "drevel" voor het eerst aangetroffen in 1687 (zie laatste vindplaats bij betekenis)
    • [3.2] in de betekenis "pons" voor het eerst aangetroffen rond 1775 [4]
enkelvoud meervoud
naamwoord punch -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

punch m

  1. opzettelijke krachtige aanraking
    1. (sport) (vechtsport) harde, gerichte slag met de vuist
      • Er is een oude wet in het boksen die zegt dat je zelden neergaat door een klap, hoe hard ook, die je ziet aankomen. Wat tegenstanders van Ali merkten, was dat je zijn punch vaak niet zag aankomen. En dan lig je. [5]
      • „Wel, Max puncht als een oude vrouw", zei Jeffries, „zijn punch is zoo ongeveer de slechtste welke ik ooit heb meegemaakt. (…)" [6]
    1. (figuurlijk) energieke, geconcentreerde kracht
      • Wij zitten met een generatie van softies, van s'excuser. We worstelen met een gebrek aan punch, inzet en hardheid. [7]
  1. (drinken) drank, gemaakt uit wijn of rum gemengd met suiker, water, vruchtensap en soms ook thee of specerijen, zowel warm als koud gedronken
    • In de pennenstrijd tegen Engeland neemt punch een veelbetekenende positie in. De dronken makende eigenschappen van deze Engelse nationale drank waren een geliefd mikpunt van spot. Punch werd ook op het Europese vasteland gedronken, vooral in de koffiehuizen waar men volop discussieerde over de politiek, veelal aan de hand van pamfletten (…). [8]
    • Dit droevig ongeluk is by achteloosheyd toegekomen, want de 3 vornaemste Officieren waren aen land, terwyl de andere beezig waren met het verdragen van het kruyt, onder het drinken van Punch en andere sterke Dranken. [9]
  1. (gereedschap) voorwerp met scherpe punt of rand dat met de nodige kracht op te bewerken materiaal wordt gebruikt
    1. stalen staafje met een punt om gaten of versieringen aan te brengen
      • Carga van 3 Schepen, den 8 September 1687 uyt Indien gearriveert; namentlijck de George van 't Fort St. George; de Josias van de Kust en Bay, en de Regenboog van Tonqueen. (…)
        Lack-wercken.
        150 Koffers. 96 Kiften. 600 vercierde Dosen. 1307 kleyne ronde ovale en vierkante Doosjes. 550 Poeyer-doosies. 510 Voyders. 202 Punch gekroonde Koppen. 82 dito met kleyne Kroonen. 3080 dito effen vergult. (…)
         [10]
    1. stalen buisje met scherpe rand om gaten in andere voorwerpen te maken
    2. houder met scherpe stalen rand in een bepaalde vorm om figuren uit papier of karton te stansen
      • De veelzijdige ponsen van Stampin’ Up! staan deze week centraal en ik begin met een punch die, gelukkig, nog wat langer bij ons blijft… De cat punch! [11]
    1. (medisch) stalen buisje met een scherpe rand om stukjes weefsel uit het lichaam te halen
      • Met een punch kunnen stukjes van weefsels weggehapt worden. Een punch wordt vooral gebruikt om snel en makkelijk meniscusweefsel in kleine stukjes te happen. [12]
      • Een punch biopteur of punch is niets anders dan een stalen buisje met een scherpe snijrand. Hiermee wordt met een draaiende beweging een kokertje huid er uitgestanst. [13]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [2] punchglas, punchkom
  • [2] fruitpunch, rumpunch, vruchtenpunch
Verwante begrippen
  • [1] punchdrunk, punchline
  • [2] punchbowl

Gangbaarheid

  • Het woord punch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
punch punches

Zelfstandig naamwoord

punch

  1. vuistslag
  2. (drinken) punch, alcoholische drank
vervoeging
onbepaalde wijs to punch
he/she/it punches
verleden tijd punched
voltooid
deelwoord
punched
onvoltooid
deelwoord
punching
gebiedende wijs punch

Werkwoord

punch

  1. slaan
  2. ponsen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.