populier

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·pu·lier
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord populier populieren
verkleinwoord populiertje populiertjes

Zelfstandig naamwoord

populier m

  1. (plantkunde) zeer snel groeiende boom uit de wilgenfamilie (Populus )
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord populier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.