peppel
Nederlands
Woordafbreking
- pep·pel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘populier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1604 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peppel | peppels |
verkleinwoord | peppeltje | peppeltjes |
Gangbaarheid
- Het woord peppel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'peppel' herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
9 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "peppel" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- peppel op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.