voltooid
Nederlands
Woordafbreking
- vol·tooid
stellend | |
---|---|
onverbogen | voltooid |
verbogen | voltooide |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van voltooien: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Bijvoeglijk naamwoord
voltooid [1]
- Kent u het burgerinitiatief voltooid leven?
- volkomen, volmaakt, perfect
Deelwoord
bevestigend deelwoord | ontkennend deelwoord | |
---|---|---|
onverbogen | voltooid | onvoltooid |
verbogen | voltooide | onvoltooide |
vervoeging van | ||
voltooien |
voltooid voltooid deelwoord van voltooien
- vormt de lijdende vorm
- Dat wordt later voltooid.
- vormt de voltooide tijden
- Hij heeft het later voltooid.
- attributief gebruikt dat wat voltooid is of voltooiing aanduidt
- De voltooide tijden drukken uit dat de handeling of het proces van het gezegde compleet is.
- bijwoordelijk gebruikt
- In ijltempo voltooid oogstte de nieuwe brug veel blijken van waardering.
Afgeleide begrippen
- voltooid deelwoord, voltooid tegenwoordig toekomende tijd, voltooid tegenwoordige tijd, voltooid verleden tijd, voltooid verleden toekomende tijd, voltooidheid
Gangbaarheid
- Het woord voltooid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voltooid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.