voltooid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·tooid
stellend
onverbogen voltooid
verbogen voltooide

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van voltooien: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Bijvoeglijk naamwoord

voltooid [1]

  1. gereed, klaar
  1. volkomen, volmaakt, perfect
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Deelwoord

bevestigend
deelwoord
ontkennend
deelwoord
onverbogen voltooidonvoltooid
verbogen voltooideonvoltooide
vervoeging van
voltooien

voltooid voltooid deelwoord van voltooien

  1. vormt de lijdende vorm
    • Dat wordt later voltooid. 
  1. vormt de voltooide tijden
    • Hij heeft het later voltooid. 
  1. attributief gebruikt dat wat voltooid is of voltooiing aanduidt
    • De voltooide tijden drukken uit dat de handeling of het proces van het gezegde compleet is. 
  1. bijwoordelijk gebruikt
    • In ijltempo voltooid oogstte de nieuwe brug veel blijken van waardering. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord voltooid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.