pep
Nederlands
Woordafbreking
- pep
Zelfstandig naamwoord
pep m [3]
- energie, veerkracht, fut, pit, vuur
- Hij had geen pep meer om uit zijn bed te komen toen hij zag wat voor een slecht weer het was.
- (farmacologie) amfetamine
- Pep is de volksnaam voor amfetamine omdat het een middel is wat je oppept
Gangbaarheid
- Het woord pep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pep' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.