peningr

Oudnoords

Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord pecunia
m
sterk-a
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   peningr         peningar      
genitief   penings         peninga      
datief   peningi         peningum      
accusatief   pening         peninga      

Zelfstandig naamwoord

peningr, m

  1. (financieel) de kleinste munt
  2. medaille
  3. (veeteelt) vee
  4. een stuk eigendom
  5. huisbehoefte
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.