paradijselijk

• Geluid:  paradijselijk    (hulp, bestand)

• pa·ra·dij·se·lijk

• afgeleid van paradijs met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

paradijselijk [1]

1. lijkend op het paradijs dus zeer mooi, heerlijk en fijn

1. • We reizen verder naar Saint Vincent en de Grenadines. Een groep paradijselijke eilandjes waar alle clichés uit de reisfolders te vinden zijn. De palmbomen, de hagelwitte stranden, de vriendelijke rastamannen, de romantische baaitjes. [2] 

1. • Gevraagd naar zijn thematiek noemde Mul graag de „onvervulbaarheid” van de liefde, de „hunkering” naar paradijselijke liefde en ook wel de merkwaardige levensdrift van mensen en dieren die uiteindelijk toch allemaal op weg zijn naar de dood. „Ik ga de dood steeds meer ervaren als een bevrijding”, zegt hij in een radiointerview van twintig jaar geleden. Om er meteen weer aan toe te voegen: „Maar ik heb wel veel lol in mijn leven, hoor.”[3]  

• goddelijk, heerlijk, hemels, verrukkelijk, zalig

• hels

• Het woord paradijselijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.