paling
Nederlands
Woordafbreking
- pa·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in 1080 [1]
- afgeleid van paal met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paling | palingen |
verkleinwoord | palinkje | palinkjes |
Synoniemen
- aal, meeraal
Hyponiemen
- wormpaling, zeepaling
Vertalingen
1. een langwerpige consumptievis
Gangbaarheid
- Het woord paling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'paling' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.