pagina
Nederlands
Woordafbreking
- pa·gi·na
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bladzijde’ voor het eerst aangetroffen in 1675 [1]
- van het Latijn pagina "beschreven blad"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pagina | pagina's |
verkleinwoord | paginaatje | paginaatjes |
Zelfstandig naamwoord
pagina v/m
- bladzijde, zowel met betrekking tot de volgorde als tot het oppervlak
- Pagina 18 van een boek.
- Een advertentie over de hele pagina.
- (boekdruk) de gezette lettertypen die samen een bladzijde vormen.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- paginabeveiliging, paginagroot, paginatitel
Vertalingen
1.
|
|
Gangbaarheid
- Het woord pagina staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pagina' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Italiaans
Latijn
Zelfstandig naamwoord
pagina v
- beschreven blad
Spaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.