overdekken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·dek·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

overdekken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overdekken
overdekte
overdekt
zwak -t volledig
  1. overgankelijk helemaal bedekken, iets voorzien van een dak
    • Het intercommunale zwembad Dommelslag, een publieke-private samenwerking tussen de gemeenten Overpelt en Neerpelt met S&R Pelt, kan rekenen op 183.825 euro subsidie. ‘Die middelen worden over verschillende zaken verspreid. Aan het zwembad is er een grote fietsenstalling, vlakbij het fietsroutenetwerk, die we willen overdekken’, zegt schepen van Sport Ann Van Dorpe (CD&V).[2] 
    • Het (deels) overdekken van het winkelcentrum aan Soeteman komt voort uit wensen uit het veld. „We merken dat consumenten en ondernemers daar een voorkeur voor hebben”, aldus Assen. [3] 
  1. overgankelijk zodanig bedekken dat iets ongezien blijft
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • iets overdekken met het tegendeel
proberen iets te ontkennen door het omgekeerde te beweren
Overerving en ontlening
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord overdekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard zaterdag 29 april 2017
  3. Tubantia 07-04-2011
  4. overdekken op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.