overdekt
Nederlands
Woordafbreking
- over·dekt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van overdekken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overdekken |
overdekt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overdekken
- Jij overdekt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overdekken
- Hij overdekt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van overdekken
- Overdekt!
- voltooid deelwoord van overdekken
stellend | |
---|---|
onverbogen | overdekt |
verbogen | overdekte |
partitief | overdekts |
Bijvoeglijk naamwoord
overdekt
- Voorzien van een dak, niet in de buitenlucht
- Je kunt tennissen in een overdekte hal.
Gangbaarheid
- Het woord overdekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overdekt' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.