organisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  organisch    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ɔr.ˈχa.nɪs/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɔr.ˈɣa.nɪs/
Woordafbreking
  • or·ga·nisch
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘m.b.t. een orgaan, van organen voorzien’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • Afgeleid van orgaan met het achtervoegsel -isch.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen organischorganischer
verbogen organischeorganischere
partitief organischorganischers-

Bijvoeglijk naamwoord

organisch

  1. met betrekking tot een orgaan of de organen
  2. (scheikunde) koolstof bevattend
  3. niet werkend met of vervaardigd met kunstmatige stoffen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord organisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.