opvatting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·vat·ting
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van opvatten met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord opvatting opvattingen
verkleinwoord opvattinkje opvattinkjes

Zelfstandig naamwoord

opvatting v

  1. de manier waarop iets wordt beschouwd
    • Volgens oude opvatting was de aarde meer een pannekoek dan een bol. 
  1. mening
  2. uitleg, interpretatie
Hyponiemen
  • ambtsopvatting
  • arbeidsopvatting
  • begeleidingsopvatting
  • beroepsopvatting
  • geloofsopvatting
  • geschiedenisopvatting
  • geschiedopvatting
  • getalopvatting
  • kunstopvatting
  • levensopvatting
  • literatuuropvatting
  • litteratuuropvatting
  • maatschappijopvatting
  • meerderheidsopvatting
  • natuuropvatting
  • persoonlijkheidsopvatting
  • poëzieopvatting
  • rationaliteitsopvatting
  • rechtsopvatting
  • regieopvatting
  • rolopvatting
  • spelopvatting
  • staatsopvatting
  • stijlopvatting
  • taakopvatting
  • therapieopvatting
  • toneelopvatting
  • wederopvatting
  • wereldopvatting
  • werkelijkheidsopvatting
  • werknemersopvatting
  • wetenschapsopvatting
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opvatting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.