mening

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mening    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmeːnɪŋ/
Woordafbreking
  • me·ning
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘opinie’ voor het eerst aangetroffen in 1283 [1]
  • Naamwoord van handeling van menen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord mening meningen
verkleinwoord meninkje meninkjes

Zelfstandig naamwoord

mening v;

  1. oordeel, opinie
    • Albert kon haar wel duizend keer uitleggen dat dat er niets mee te maken had, zijn moeder was niet van het soort dat zomaar van mening veranderde, zij vond altijd weer andere voorbeelden en redenen, en had er een hekel aan ongelijk te hebben; ook in haar brieven kwam ze nog steeds terug op dingen van jaren geleden, het was doodvermoeiend. [2] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • eindmening, lekenmening, volksmening
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord mening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Zweeds

Zelfstandig naamwoord

mening

  1. zin m; serie woorden die gezamenlijk in syntactisch verband een afgerond geheel vormen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.