opvatten
Nederlands
Woordafbreking
- op·vat·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en vatten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opvatten |
vatte op |
opgevat |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
opvatten
- overgankelijk ~ als een bepaalde interpretatie aan iets geven
- Hij heeft dat opgevat als een ernstige belediging.
- overgankelijk opnemen van met name werk
- Na een week vorstverlet werd het werk weer opgevat.
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opvatten |
opvatten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opvatten
- ...dat wij opvatten.
- ...dat jullie opvatten.
- ...dat zij opvatten.
- ...dat wij opvatten.
Gangbaarheid
- Het woord opvatten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opvatten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.