oppakken
Nederlands
Woordafbreking
- op·pak·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en pakken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
oppakken |
pakte op |
opgepakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
oppakken
- overgankelijk pakken en oprapen
- Hij pakte de krant op en begon erin te lezen.
- overgankelijk (een idee of voorstel) gaan uitvoeren
- Dit is een heel goed idee, dat zullen we zeker oppakken.
- overgankelijk iemand gevangen nemen [1]
- Er zijn door het regime van die dictator weer een aantal tegenstanders opgepakt.
Synoniemen
- [1] oprapen, opnemen, optillen
- [3] gevangennemen, inrekenen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord oppakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oppakken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.