opdoeken
Nederlands
Woordafbreking
- op·doe·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘opheffen, buiten gebruik stellen’ voor het eerst aangetroffen in 1671 [1]
- samenstelling van op en doek met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opdoeken |
doekte op |
opgedoekt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
opdoeken
- overgankelijk een organisatie ontbinden, laten ophouden te bestaan
- Die club is al enige tijd geleden opgedoekt.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- opdoeking
Gangbaarheid
- Het woord opdoeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opdoeken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.