opdissen
Nederlands
Woordafbreking
- op·dis·sen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en dis zn met het achtervoegsel -en van een werkwoord"
Werkwoord
opdissen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opdissen |
diste op |
opgedist |
zwak -t | volledig |
- (voeding) het maken en aanbieden van een maaltijd
- iets aanbieden wat je gemaakt hebt maar geen voedsel is
- In de tweede ronde botst ‘Flipper’ nu dus op Angelique Kerber. De 29-jarige Duitse speelt momenteel wel niet haar beste tennis. “Maar ik zal toch honderd procent moeten zijn om haar te kloppen”, voorspelt Flipkens. “Kerber is uiteraard geen eenvoudige loting, en het zal er vooral op aankomen of ik mijn beste tennis kan opdissen. [2]
- (figuurlijk) een verhaaltje vertellen (dat vaak verzonnen is)
- Ook komen gasten anekdotes opdissen over het legendarisch en veel besproken concert van de Braziliaanse metalband Sepultura op het Manitobaplein in Vriezenveen, spelen The Bottleneck Rockers, vertelt oud-Vriezenvener Bart Schrap over zijn werk bij Mojo concerts én is cabaretier/muzikant André Manuel niet te beroerd zijn zegje te doen in een gesproken column. [3]
Synoniemen
- [1] opdienen, serveren, bedienen, toebereiden, voorschotelen, voorzetten
- [2] fantaseren, opscheppen, vertellen, uitkramen, debiteren, verzinnen
- [2] praatjes verkopen
Gangbaarheid
- Het woord opdissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opdissen' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 04/07/2017 om 21:07
- Tubantia 20-april-2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.