serveren
Nederlands
Woordafbreking
- ser·ve·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘opdienen’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
- afgeleid van het Franse servir (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
serveren |
serveerde |
geserveerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
serveren
- overgankelijk iets op tafel opdienen
- Zij serveerden daar heerlijk eigengebakken brood bij.
- Barman Victor Abeln liet gisteren aan RTL Boulevard weten dat meer dan de helft van de ontmoetingen tijdens het vorige seizoen heeft geleid tot een match. Hij gaat ook in de nieuwe reeks weer drankjes en hapjes serveren aan naar liefde en een relatie hunkerende mannen en vrouwen. [4]
- overgankelijk (sport) de bal opslaan
- Die bal werd niet goed geserveerd en werd daardoor met gemak door de tegenstanders teruggeslagen.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1. iets op tafel opdienen
Gangbaarheid
- Het woord serveren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'serveren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "serveren" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Wiktionnaire
- serveren op website: Etymologiebank.nl
- Tubantia reikhalzend Kansloze en geslaagde dates voortaan dagelijks op de buis
Deens
Woordafbreking
- ser·ve·ren
Noors
Woordafbreking
- ser·ve·ren
Naar frequentie | 30496 |
---|
Nynorsk
Woordafbreking
- ser·ve·ren
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.