oneffen
Nederlands
Woordafbreking
- on·ef·fen
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding effn met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oneffen | oneffener | oneffenst |
verbogen | |||
partitief | oneffens | oneffeners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oneffen [1]
- ruw en hobbelig
- De nieuwe lichting Nederlandse rappers van New Wave vierden het grote succes van dit jaar, niet alleen dat van nummer 1-hit Drank & Drugs maar ook van andere toptracks van het project als Dikke Gun, Langste SMS en Zeg Dat Niet. De ongepolijste energie van de jonge talenten zorgde voor een opzwepende, soms wat oneffen show, waarin Ronnie Flex en Lil Kleine zich stevige voormannen toonden. [2]
- Op zondag had hij (Montaigne, red.) besloten de linkse weg naar Imola te nemen om via de Marken Rome te bereiken; maar een Duitser zei hem in het hertogdom Spoleto te zijn bestolen door bandieten. Daarom nam hij de rechtse weg naar Florence. Wij bevonden ons opeens op een oneffen weg in bergachtig land, en kwamen om te slapen aan in Loiano. [3]
Synoniemen
- hobbelig, inegaal, ongelijkmatig, ruig, ruw, stroef, heuvelachtig, onfatsoenlijk
Gangbaarheid
- Het woord oneffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oneffen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Saul van Stapele 24 augustus 2015
- Volkskrant 20 november 2015
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.