ondernemingslust
Nederlands
Woordafbreking
- on·der·ne·mings·lust
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onderneming zn en lust zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ondernemingslust | ondernemingslusten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ondernemingslust m
- de drang om tot daden over te gaan
- Zijn buien van ongeduld waren verontrustend. Het gebrek aan ondernemingslust van de troepen werkte hem op de zenuwen. [1]
- Hij heeft veel van de wereld gezien, reisde naar Afrika en Zuid-Amerika en werd geconfronteerd met de armoede aan de andere kant van de wereld. "Als je dan weer thuis komt in je kamer vol met spullen, denk je: wat moet je er eigenlijk mee". Geboren en getogen Rijssenaar Wim Siemerink zag kans zijn ondernemingslust te combineren met zijn visie op de wereld. [2]
Synoniemen
- stootkracht, voortvarendheid, vitaliteit, geestkracht, daadkracht,
Afgeleide begrippen
- ondernemingslustig
Gangbaarheid
- Het woord ondernemingslust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Lemaitre, Pierre Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 13
- Tubantia 16-05-08 Ondernemingszin wordt levenswerk
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.