onbewogen
Nederlands
Woordafbreking
- on·be·wo·gen
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbewogen | onbewogener | onbewogenst |
verbogen | onbewogenste | ||
partitief | onbewogens | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbewogen
- De burgemeester keek onbewogen naar de zaal waarin mensen zich verschrikkelijk aan het opwinden waren.
- hard, meedogenloos
- De misdadiger keek onbewogen toe hoe zijn slachtoffer dood ging.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- onbewogenheid
Gangbaarheid
- Het woord onbewogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onbewogen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.