bewogen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bewogen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /bəˈʋoχə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /bəˈβ̞oɣə(n)/
    • (Limburg): /bəˈwoɣə(n)/
Woordafbreking
  • be·wo·gen
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

bewogen

  1. een staat waarin je verkeert als iets je emotioneel geraakt heeft
    • De man was diep bewogen toen hij hoorde dat zijn dochter bevallen was van een gezonde tweeling. 
  1. druk met veel gebeurtenissen
  1. vervoeging van bewegen
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bewegen

bewogen

  1. meervoud verleden tijd van bewegen
    • Wij bewogen. 
    • Jullie bewogen. 
    • Zij bewogen. 
  2. voltooid deelwoord van bewegen

Gangbaarheid

  • Het woord bewogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.